Europäischer Landwirtschaftsfonds für die Entwicklung des ländlichen Raumes: Hier investiert Europa in die ländlichen Gebiete.
(Schrotthandel und und Abfallverwertung), Veldhausener Straße 43, damals Bahnhofsstraße 30, verlegt 2011 bzw. 2017
Die Stolpersteine für Samuel, Sigmund und Julchen Süskind spiegeln den Kenntnisstand des Jahres 2011 wider.
Samuel (Samson) Süskind, 1851 in Denekamp/NL geboren und seit 1881 in Neuenhaus wohnhaft, gehörte zu jenen letzten neun noch in Neuenhaus lebenden Juden, die am 29. Juli 1942 nach Theresienstadt deportiert wurden. Während des Transports wurde er 91 Jahre alt. Er starb in Theresienstadt am 4. August 1942 (seine 1855 geborene Ehefrau Julie Süskind geb. Eichholz war bereits vor der NS-Zeit, am 30. April 1930, in Neuenhaus verstorben).
Sohn Sigmund Süskind, im I. Weltkrieg deutscher Soldat, wurde nach der Pogromnacht 1938 für sechs Wochen im KZ Sachsenhausen inhaftiert. Nach seiner Rückkehr von dort floh er in die Niederlande, wo er sich zunächst in Rotterdam bzw. Amsterdam aufhielt. Ende Februar 1940 kam er ins Kamp Westerbork, von wo er im Januar 1944 nach Auschwitz deportiert und ermordet wurde.
Julchen Süskind geb. Jacobs – Sigmund Süskinds Ehefrau – wurde im Dezember 1941 ins Ghetto Riga (Lettland) deportiert. Im August 1944 verbrachte man sie ins KZ Stutthof bei Danzig, wo sie im Januar 1945 umkam.
Siegfried Süskind (Enkel von Samuel Süskind und Neffe des kinderlosen Ehepaars Sigmund und Julchen Süskind), der seit Februar 1936 bei Großvater, Onkel und Tante in Neuenhaus wohnte, wurde nach der Pogromnacht 1938 zu Verwandten nach Denekamp/NL gebracht. Er überlebte die NS-Zeit nur, weil es ihm bei der Abholung durch die deutschen Besatzer im November 1942 gelang, zu fliehen und sich mit Hilfe holländischer Bauern bis Kriegsende versteckt zu halten. Nach dem Krieg blieb Siegfried Süskind zunächst weiter in den Niederlanden, in den 1950er Jahren zog er jedoch nach Nordhorn, später nach Frankfurt am Main. Der Stolperstein für Siegfried Süskind wurde 2017 verlegt. Für seinen Vater Julius (1942 im Ghetto Izbica umgekommen), seine Mutter Emilie bzw. Ennegje (ebenfalls 1942 in Izbica umgekommen) und seine Schwester Rosette Julie (1944 ermordet in Auschwitz) findet man in Nordhorn in der Alkenstiege Stolpersteine.
Die jüdische Familie Süskind
von Norbert Voshaar.
Bentheimer Jahrbuch 2018 – jüdische Familie Süskind – Download
„Stolpersteine“ voor de joodse familie Süskind (Schroothandel und afvalverwerking), Veldhausener Straße 43, destijds Bahnhofsstraße 30, ingegraven in 2011 respectievelijk in 2017.
De „Stolpersteine“ voor Samuel, Sigmund en Julchen Süskind geven wat bekend was in 2011 weer.
Samuel (Samson) Süskind, in 1851 in Denekamp geboren en vanaf 1881 in Neuenhaus woonachtig, behoorde tot de laatste 9 nog in Neuenhaus levende joden die op 29 juli 1942 naar Theresienstadt gedeporteerd werden. Tijdens het transport werd hij 91 jaar. Hij stierf in Theresienstadt op 4 augustus 1942 (zijn in 1855 geboren vrouw Julie Süskind- Eichholz was al voor de nationaalsocialistische tijd op 30 april 1930 in Neuenhaus gestorven). Zoon Sigmund Süskind, in de eerste wereldoorlog Duitse soldaat, werd na de Pogromnacht in 1938 gedurende 6 weken in het KZ Sachsenhausen gevangen gezet. Na zijn terugkomst daarvan vluchtte er naar Nederland, waar hij eerst in Rotterdam en daarna in Amsterdam verbleef. Eind februari 1940 kwam hij in het Kamp Westerbork, van waaruit hij in januari 1944 naar Auschwitz gedeporteerd en vermoord werd.
Julchen Süskind-Jacobs – Sigmund Süskinds echtgenote – werd in december 1941 naar het getto Riga (Letland) gedeporteerd. In augustus 1944 bracht men haar in het KZ Stutthof bij Danzig, waar ze in januari 1945 omkwam.
Siegfried Süskind (kleinzoon van Samuel Süskind en neef van het kinderloze echtpaar Sigmund en Julchen Süskind), die sinds februari 1936 bij zijn grootvader, oom en tante in Neuenhaus woonde, werd na de Pogromnacht in 1938 naar familie in Denekamp gebracht. Hij overleefde de nationaalsocialistische tijd alleen, omdat het hem bij de afhaling door de Duitse bezetter in november 1942 lukte te vluchten en zich met hulp van Nederlandse boeren tot het eind van de oorlog te verstoppen. Na de oorlog bleef Siegfried Süskind eerst in Nederland, in de 1950er jaren trok hij echter naar Nordhorn en later naar Frankfurt am Main. De „Stolperstein“ voor Siegfried Süskind werd in 2017 aangebracht. Voor zijn vader Julius (in 1942 in het getto Izbica omgekomen), zijn moeder Emilie (Ennegje) (eveneens in 1942 in Izbica omgekomen) en zijn zus Rosette Julie (1944 vermoord in Auschwitz) vindt men in Nordhorn in de Alkenstiege “Stolpersteine”.
Europäischer Landwirtschaftsfonds für die Entwicklung des ländlichen Raumes: Hier investiert Europa in die ländlichen Gebiete.